Zondagochtend, dus uitslapen tot 8 uur, tenminste voor Rob. Zelf was ik alweer even wakker. De nacht was op een paar piepjes na, redelijk verlopen. Zondagochtend en dat is altijd tijd voor een worstenbroodje! Die had John gisteren meegenomen. Ja eigen brood blijft het lekkerste. :-)
Zijn temperatuur was 37. Eindelijk dus goed en Rob zag er nu ook fitter uit.
Ik stelde de verpleegkundige voor dat ik best nou huis zo willen met Rob zo. En ze ging het tijdens de visite vragen.
De artsen kwamen even later op de kamer. Ze hadden nog contact gehad met Dr. Fuijkschot over het naar huis gaan. Ipv morgen dan vandaag bloed afnemen en als de CRP gedaald was dan mogen we naar huis met het infuus. Tenslotte moet Rob nog 2x de teicoplanine hebben. De waarschijnlijkheid is heel groot dat het dus allemaal aan de PAC heeft gelegen, maar ze mogen dit niet met zekerheid zeggen. Leuk hè die artsentaal.
Snel maar bloedafnemen. Helaas liep het bloed niet zo lekker eruit en dus moest ik weer 2x prikken. Maar Rob liet het allemaal gelaten toe.
Na een uur kwam de arts met het verlossende woord. We mochten gaan. CRP was nu 55. Eindelijk. Wel belt Dr. Draaisma ons morgen op om te vragen hoe het gaat en om te vertellen wanneer de operatie voor de nieuwe PAC is. De kans dat dat donderdag is, is heel groot.
En dus werd het snel inpakken en het thuisfront blij maken. Ik moest wel een keer extra op en neer lopen naar de auto, want ook zijn dekbed en kussen zijn altijd in het ziekenhuis tijdens langere opnames.
Rond 14.30 waren we thuis. De rit naar huis was pittig voor Rob. Thuis stond de infuuspaal al klaar en ook een matras voor op de bank. Snel alles aansluiten en dan genieten. Wel merk je dan dat je echt heel moe bent, maar heerlijk is het weer om er te zijn voor de kinderen en het gewone leven weer op te pakken alsof je niet weg bent geweest. En natuurlijk frietjes bakken, want dat smaakt dan dubbel lekker.
Rob vindt het heerlijk thuis en ook al kan hij alleen maar op de bank zitten nu, hij hoort eer weer gewoon bij.
Wiese wilde niet slapen en bleef zich aan mij vastklampen. Dan maar tegen mij aan op de bank en ze viel zo in slaap. We wilde ze in bed leggen maar opnieuw klampte ze zich vast. Dan maar even in ons bed en zo kon ik haar even later in haar eigen bedje leggen. Het weg zijn heeft tenslotte ook zijn weerslag op de andere kinderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten